Analyse regenwateroverlast in de stad bij hevige neerslag
Stichting Rioned heeft met Rionedreeks 17 ‘lnventarisatie regenwateroverlast in de bebouwde omgeving 2013’ een uitvoerige analyse uitgevoerd van de regenwateroverlast in Nederland. Vrijwel alle gemeenten hebben in de afgelopen vijf jaar te maken gehad met regenwateroverlast.
Nijmegen is een van de gemeenten die een extreme bui zeer goed heeft gedocumenteerd. Dit heeft het mogelijk gemaakt om binnen het innovatieproject HydroCity een analyse uit te voeren van de meerwaarde van hoogwaardige radardata en gedetailleerde modellering van stroming van water over straat voor wateroverlastberekeningen.
Kortdurende, lokale, intense zomerbuien zijn een belangrijke oorzaak van regenwateroverlast. Bij dergelijke buien komt het vaak voor dat de in loop naar het riool via de straatkolken de limiterende factor is bij het verwerken van de neerslag. De recente ontwikkeling van 2D (af )stromingsmodellen maakt het mogelijk dit fenomeen te modelleren. Voorwaarde is daarbij wel dat geschikte neerslaggegevens beschikbaar zijn. In het HydroCity-project is onder meer onderzocht wat de meerwaarde is van de combinatie van hoogwaardige radardata en een gedetailleerde modellering van (af )stroming van water over straat.
De gemeente Nijmegen is al enkele jaren actief bezig met het meten en monitoren van het rioolstelsel. De meetgegevens zijn gebruikt voor het toetsen en verbeteren van het rekenmodel voor de riolering. De gemeente beschikt hiermee over een behoorlijk goed beeld van het functioneren van het rioolstelsel onder normale condities.
Op zaterdagmiddag 27 juni 2009 viel in Nijmegen een pittige zomerbui met een herhalingstijd van een keer per tien jaar, die heeft geleid tot wateroverlast in delen van de stad (ter vergelijking: rioolstelsels warden in Nederland ontworpen om een bui met een herhalingstijd van een keer per twee jaar zonder wateroverlast te kunnen verwerken). Deze bui heeft laten zien wat er gebeurt onder extremere condities. De gemeente Nijmegen heeft naar aanleiding van deze bui zo veel mogelijk gegevens verzameld over het verloop ervan en de wateroverlast. Hierbij bleek dat de ‘nieuwe’ media juist bij extremere buien veel bruikbare informatie op kan leveren bij de analyse van wateroverlast.
Daarnaast heeft de eerstgenoemde auteur, die woont in Nijmegen, tijdens de bui rondgereden om waarnemingen te doen. Dit alles heeft een schat aan gegevens opgeleverd (Langeveld en Schilling, 201 0) die de case Nijmegen bijzonder geschikt maakt.