Watersysteemtoetsing toont knelpunten regionale of stedelijke watersystemen
Het zorgen voor droge voeten is een kerntaak van alle waterschappen in Nederland. Na de grootschalige wateroverlast in 1998 werd door de Commissie Tielrooij het rapport ‘Waterbeheer 21e Eeuw’ opgesteld. Hierna is de toetsing en bestrijding van wateroverlast steeds verder gestandaardiseerd en geprofessionaliseerd. Iedere vijf à zes jaar voeren de waterschappen een watersysteemtoetsing uit. Zij onderzoeken dan met welke maatregelen zij hun watersysteem op orde kunnen houden.
HydroLogic heeft veel ervaring met het bouwen van modellen voor, en het uitvoeren van, regionale en stedelijke watersysteemtoetsingen. In opdracht van STOWA en de Unie van Waterschappen is HydroLogic nauw betrokken geweest bij het opstellen van de standaard werkwijze voor watersysteemtoetsing.
Gebiedskennis bepaalt kwaliteit watersysteemtoetsing
De toetsingsnormen zijn in bijna heel Nederland gelijk. Ook de werkwijze is op hoofdlijnen gestandaardiseerd. Toch heeft elk gebied zijn eigen kenmerken. Rekening houden met deze eigenheid bepaalt de kwaliteit van een watersysteemtoetsing. Juist omdat deze kenmerken de randvoorwaarden en uitgangspunten voor de watersysteemtoetsing bepalen. Zowel vakkennis als gebiedskennis is voor ons minstens zo belangrijk als het gebruiken van de juiste tools.
Naast de technische uitvoering van de watersysteemanalyse besteedt HydroLogic veel aandacht aan de controle van knelpunten. Samen met gebiedsbeheerders worden de knelpunten op waarschijnlijkheid getoetst. Een overzichtelijke visualisatie van de resultaten is hierbij onmisbaar.